zondag 29 mei 2022

Week 18-21 Naar Pamplona (15d - 267km, totaal 1.649km)


De voorbereidingen

Zoals gebruikelijk is vooraf de etappe-indeling al gemaakt, inclusief het uitzoeken van de campings en de bus- of treinverbindingen. Uiteindelijk verandert er altijd wel iets, afhankelijk van de omstandigheden, maar het raamwerk is klaar. Voor ons is het wel bijzonder dat we nu de grens met Spanje gaan oversteken. De ca 1.600 km van België en Frankrijk zitten er dan op.

Op maandag 2 mei vertrekken we voor de 3-daagse autorit. Een luisterboek voor onderweg is een mooie afleiding. Deze keer is de keus gevallen op Het Mysterie van de Verdwenen Meesters, van Baantjer. Je moet je aandacht tenslotte ook bij de weg kunnen houden! Maar dat is dan ook geen probleem.

De reis gaat vlot. Onze eerste onderweg-camping uitkomen is Mery-sur-Seine, waar we al een aantal keren hebben gestaan. In het smalle toevoerstraatje staat een mevrouw met opgeheven vinger haar hoofd te schudden. We zijn ons van geen kwaad bewust en rijden door om er vervolgens achter te komen dat de camping permanent gesloten is. Onze volgende mogelijkheid is in Troyes, maar ook deze blijkt opgeheven! Dan maar een derde camping op internet gezocht, en deze toch maar even gebeld voor de zekerheid. We moeten 35 km terug, maar daar is een prima camping. De tweede dag rijden we door tot Saintes, net boven Bordeaux. De derde dag zijn we begin van de middag in Saint Justin. Daar blijkt dat de camping weliswaar open is maar de douches gesloten tot 1 juni. Wat doe je dan? We zijn uiteindelijk maar doorgereden naar de camping die we als tweede verblijfplaats in gedachten hadden, in Saint Sever. Dat heeft wel tot gevolg dat de aanrijtijden voor de eerste 4 etappes met ca 50 km worden verlengd, maar het betekent ook dat we een keer minder hoeven te verkassen.

 



Dag 1, donderdag 5 mei, van Captieux naar Gare de Poteau (10 km)

We beginnen rustig aan. Het station van Poteau is er nog maar de spoorlijn is al enkele tientallen jaren geleden opgeheven. Met Europese subsidie is de spoorlijn omgebouwd tot een wandel- en fiets-pad. We zetten de auto bij het oude stationsgebouw en fietsen naar Captieux (12 km). We drinken een kopje koffie op hetzelfde terras als waar we september vorig jaar zijn geëindigd. De couverts staan al weer klaar voor de mensen die daar tussen de middag komen eten. Het is een rustige en vlakke wandeling over de oude spoorbaan, en met een zonnetje en begin 20 graden is het prima te doen.

 





kerk in Bourriot Bergonce



Dag 2, vrijdag 6 mei, van Gare de Poteau naar Bourriot Bergonce (11 km)

We zetten onze auto op een rustig plekje in de dorpskern van Bourriot, vlakbij de kerk, en fietsen naar Gare de Poteau (10 km). Ook deze dag loopt voor een deel over de oude spoorbaan. Er wordt geoefend op het militair schietterrein vlakbij en we spreken enkele collega-wandelaars. Terug in Gare de Poteau staat een Duitse man (met camper) op zijn vrouw te wachten. Zij loopt de camino, hij begeleidt haar en zorgt voor onderdak. Opnieuw is het een makkelijke en mooie dag.

 

Dag 3 en 4, van Bourriot naar Gailleres (24,8 km) en verder naar Mont de Marsan (16,2 km)

De inloopdagen zijn voorbij. Op de rug hebben we nu ook de spullen voor de overnachting. We gaan met de auto naar Bourriot Bergonce, nadat we eerst de fietsen hebben afgezet in Saint Justin. In Bourriot staat een Nederlandse motor geparkeerd, goed op slot en zo te zien met een alarminstallatie beveiligd. Later komen deze wandelaars ook op onze camping. Aan- en afvoer gaan bij hen met motor en camper, ze gaan sneller dan wij. Voor ons is de 25 km naar Gailleres nog grotendeels vlak en opnieuw voor een deel over de spoorbaan. In Gailleres hebben we gereserveerd bij Christelle en Jerome. Aan de telefoon had Christelle gemeld dat de slaapkamer al was geboekt, maar dat ze nog wel plek had in een caravan die in de tuin stond. Ze benadrukte dat de caravan “en bon etat” was maar vroeg ook of we niet al te lang waren. De caravan was namelijk niet al te groot. Ze ontvangt ons allerhartelijkst met een biertje en een praatje, samen met Nederlander David en de Belgische Charlotte. Deze laatste twee delen de slaapkamer maar zijn geen setje, zoals David het uitdrukt. De familiedouche kan worden gebruikt, het avondeten is op het terras, samen met gastvrouw en gastheer. Dat is heel gezellig. Jerome vertelt dat hij in 2018 kampioen van Frankrijk was in de categorie handboogschieten 3D. Je schiet dan niet op een schijf maar op objecten (bijv. een  hert, een wolf of zoals in zijn finale-wedstrijd, op een olifant) terwijl je een parcours moet afleggen binnen een bepaalde tijd. Je hebt geen kijker op je boog en moet zelf afstanden schatten. Wat hem betreft het echte werk.

De volgende dag lopen we door naar Mont de Marsan, het is dan 8 mei, de dag van de overwinning voor Frankrijk, een nationale feestdag. In het dorp Bougue staan de festiviteiten voor die dag al aangekondigd. We kunnen er broodjes kopen voor onderweg. De route is opnieuw vlak en voor een deel over de spoorbaan.  Zo langzamerhand begint dat wel een beetje saai te worden. Het weer is mooi. In Mont de Marsan pakken we de bus van 14:20 naar St. Justin. Daarvandaan gaan we op de fiets naar Bourriot Bergonce (18 km).

 


Dag 5, maandag 9 mei, Van Mont de Marsan naar Saint Sever (20,0 km)

Inmiddels zijn de lange aanrijtijden achter de rug. We vertrekken van onze verblijfplaats Saint Sever om 8:15 met de bus naar Mont de Marsan. Het is altijd hoopgevend dat er kort voor de aankomst van de bus locals komen aanlopen die ook met de bus moeten. Je weet dan meteen aan welke kant van de weg je moet gaan staan. De route begint wat meer open te worden, en het traject wat meer geaccidenteerd.

 

Dag 6, dinsdag 10 mei, van Saint Sever naar Hagetmau (16,0 km)

We zetten de auto in het stadje en lopen over een mooie route naar Hagetmau. De bus vertrekt daar om 13:15 (de volgende is pas om 18:15) dus zijn we vroeg op pad. En het blijft maar mooi weer.

 

Dag 7 en 8 van Hagetmau naar Orthez (26,7 km) en dan naar Sauveterre de Bearn (22,8 km)

Na een snipperdag waarin we ook de overnachtingen voor het deel in de Pyreneeën regelen lijkt dag 7 de zwaarste dag te worden. We zetten de fietsen in Sault de Navailles, vanwege de beperkte ov-verbindingen en fietsen naar Hagetmau (20 km). Het landschap is inmiddels heuvelachtig geworden dus is het flink trappen. Om 10:45 kunnen we dan beginnen aan de wandeling naar Orthez waar we een overnachting hebben geboekt in het Hotel de Labat. Rond half zes komen we daar aan en ploffen even op het bed om bij te komen. Hotel Labat is de voormalige Clinique Labat. Men heeft eenvoudige hotelkamers, maar ook slaapzalen voor camino-gangers. Wij konden gelukkig nog een 2-persoons kamer boeken. De inrichting van de kliniek is intact gebleven, inclusief de grote deuren voor verrijdbare bedden, en de aansluitingen voor zuurstof etc. Er is een keukentje met koelkast en een kooktoestel, wij gaan in het stadje een pizza eten. De Carrefour-Contact zit op 100 m zodat de boodschappen voor het ontbijt en de lunch makkelijk gedaan kunnen worden.

De volgende ochtend vertrekken we om 8:15 naar Sauveterre de Bearn omdat daar de bus van 15:48 gehaald moet worden. Het traject is ook duidelijk meer heuvelachtig (totale stijging 540 m.) zodat we onder het gemiddelde aantal km’s dat we per uur halen uitkomen (normaal gemiddeld 4,0 incl. pauzes). In de ochtend is het nog tamelijk bewolkt, net als de dag ervoor, maar in de middag breekt de zon door. De aankomst in Sauveterre is heel mooi, met het oude vestingstadje op een hoge heuvel, de kerk en middeleeuwse toren als blikvangers. De bus brengt ons naar Orthez, daar gaan we naar de Carrefour-Contact voor een maaltijdsalade want de bus naar Sault de Navailles vertrekt pas om 18:10. Om 19:30 zijn we op de camping, maar alle voorbereidingen voor ons vertrek naar Saint Jean Pied de Port, de volgende ochtend, stellen we uit tot de volgende dag.

 

Sauveterre de Bearn

Dag 9, maandag 16 mei, van Sauveterre naar Saint Palais (14,2 km)

Inmiddels zijn we verhuisd naar een camping iets buiten Saint Jean Pied de Port. Het is een camping met zwembad, de zondag wordt door ons nog als snipperdag gebruikt. Een extra dagje vrij is prima. We verkennen de verbindingen in Saint Jean (waar zijn de bushaltes etc.) zodat we niets aan het toeval hoeven over te laten.

We gaan met de auto naar Saint Palais, vandaar met de bus van 12:45 naar Sauveterre. We horen van medepassagiers dat vanaf vandaag geen mondkapjes meer nodig zijn in het openbaar vervoer. Onderweg tijdens een pauze maken we een praatje met een soort van koster van de kerk. Hij heeft de camino ook gelopen en is dus wel geïnteresseerd. Als wij vertellen hoe wij e.e.a. organiseren is zijn reactie “ah oui, aucun son style”. Het is een mooie wandeling, maar het begint tegen de 30 graden te worden, en dat is wel erg warm.

 

Dag 10, van Saint Palais naar Larceveau (16,1 km)

Inmiddels is de Franse pelgrimsroute uit Tours erbij gekomen en op dit traject komt daar ook nog eens de route uit Le Puy bij. Daarmee zitten de 3 hoofdroutes uit Frankrijk nu bij elkaar en gaan gezamelijk verder. Er is nog een route die door de Pyreneën gaat maar die komt er pas in Spanje bij. Je merkt het aan het aantal wandelaars onderweg, met name op de geijkte rustplekken. Dit traject is ook weer tamelijk geaccidenteerd (+ 580 m). Ostabat is een duidelijke pleisterplaats met veel voorzieningen maar wij lopen nog ca. 3 km verder naar Larceveau. Daar is een bushalte die mooi aan de route ligt.

 

pleisterplaats met water-tappunt

Dag 11, woensdag 18 mei, van Larceveau naar Saint Jean Pied de Port (18,9 km)

We gaan op de fiets naar Saint Jean, en dan om 8:47 met de bus. Om ons heen meerdere wandelaars die aankomen of met een busje opgehaald worden. Opnieuw een warme dag, nu tot 32 graden. Aan het eind van de etappe lopen we door de bekende Porte Saint Jacques, het punt waar de pelgrims Saint Jean binnenkomen. Kort daarna is er het Camino Informatie-centrum waar het een drukte van belang is. Vooral met starters die hier hun camino-paspoort halen. Achter tafels zitten 5 vrijwilligers die alles afhandelen en informatie geven over het traject door de Pyreneën. We zij mooi op tijd thuis en duiken nog even het zwembad in. Aan het begin van de avond is er een flinke onweersbui.




 

Op donderdag verkassen we naar een camping vlakbij Pamplona. Het is een rit met veel (haarspeld)bochten en behoorlijk wat stijgen. Gelukkig is het niet ver en kunnen we om 14:00 uur de boel al weer opbouwen. We beginnen met een snipperdag en gaan dan ook Pamplona wat verkennen. We hebben voor de volgende dag de bus terug naar St. Jean Pied de Port geboekt en lopen even naar het busstation. Het is niet helemaal duidelijk waar onze bus zal gaan stoppen maar gelukkig zien we nog net op tijd een bordje bij een trap naar beneden. Het vertrekpunt van de bussen is op een ondergronds parkeerdek. Daar zijn 20 vertrekpunten voor allerlei buslijnen. We zijn blij dat we nog net op tijd in de gaten hebben hoe e.e.a. hier werkt.

 

Dag 12,13,14,15 te beginnen op zaterdag 21mei, van St Jean Pied de Port naar een berghut op 8 km, daarna naar Roncesvalles (18 km), dan Zubiri (22 km) en vervolgens naar Pamplona (21 km)

Zoals gezegd zijn de busrit en de overnachtingen geboekt. Op zaterdagmorgen fietsen we naar Pamplona en stappen om 12:00 op de bus. De bus zit helemaal vol en het is dezelfde bochtige weg terug naar St, Jean. De chauffeur deelt vantevoren  kotszakjes uit maar die zijn gelukkig niet nodig. Ik verdenk hem ervan de boel wat op stang te willen jagen. Als we om 13:45 uitstappen in Saint Jean is het daar 33 graden. Als je dan net uit een geclimatiseerde bus komt  voelt dat niet bepaald prettig. We vertrekken al gauw naar Auberge Orrison. Het is een mooie wandeling maar met ca. 700m stijgen (en 33 graden) zijn we vooral blij dat we ervoor gekozen hebben om een korte eerste etappe te doen. Het regime in zo’n berghut is dan wel weer grappig. Kort douchen (vanwege weinig water), het avondeten gezamenlijk om 19:30 en het ontbijt de volgende ochtend om 7:00 uur. We slapen in stapelbedden met 9 personen op de kamer. Het avondeten is prima en aan de lange tafels wordt er door de ca. 40 gasten luidruchtig met elkaar gesproken. We maken kennis met een Duitse man (Bernd) en zijn vrouw of vriendin en de Nederlandse Dimphy. We zullen hen de volgende dagen nog vaak tegenkomen. Slapen op zo’n slaapzaal valt niet mee, vooral vanwege een altijd aanwezige snurker.



De volgende ochtend vertrekken we om 8:00 voor een prachtige wandeling door de Pyreneën. Het landschap is schitterend, door de boeren wordt een aantal koeien naar een ander weidegedeelte gebracht. We zien veel roofvogels. Ook vandaag is het weer ca. 750m stijgen, maar gelukkig blijft de temperatuur beneden de 30 graden. We horen van Bernd dat iemand uit de groep van de berghut is afgevoerd met een ziekenauto (“die war ganz umgeknackt”). Begin van de middag komen we aan in Roncesvalles. Daar is er een moderne Refugio ondergebracht in een oud klooster.  Hiervan is de omvang echter van een andere orde dan de berghut. Deze Refugio telt 250 bedden en die zijn allemaal bezet. Je ligt daar op een slaapzaal met 38 bedden, onderverdeeld in een soort van hokjes met daarin telkens 2 stapelbedden. Het geluid ‘s nachts is ook van een andere orde. Bij de 38 slapers zit er natuurlijk een flink aantal snurkers. Het regime is er streng: controle op het uitdoen en apart zetten van de wandelschoenen, licht gaat uit om 22:00 uur en weer aan om 6:00 uur Maar het is er allemaal prima geregeld.



Het eten is uitbesteed aan de lokale horeca bestaande uit 3 restaurants en voor 11,= euro krijg je een simpele maaltijd. Vanwege de hoeveelheid mensen gaat dat in ploegen, om 19:00 uur en 20:30. We maken kennis met John uit Minnesota en een Japanse jongeman, beiden zijn rond de 30 en hebben hun baan opgezegd om zich te beraden op hun toekomst. Het is bijzonder gezellig aan tafel maar na een uur en 10 minuten wordt iedereen aangespoord om plaats te maken voor de volgende groep.

De collega camino-gangers bestaan vooral uit Fransen en Spanjaarden. Van de overige landen lijken de Amerikanen het best vertegenwoordigd maar er zijn ook veel Nederlanders, Duitsers, Belgen, Engelsen. In ons geval is er ook een groep van 4 enthousiaste Noorse dames die we overal tegenkomen.

Op dag 3 lopen we naar Zubiri. Het is gelukkig niet meer zo warm. Even lijkt het erop dat we toch nog regen gaan meemaken, maar het is alleen wat laaghangende nevel. Het duurt niet lang of deze is weggewaaid. In Zubiri hebben we een eigen kamer kunnen boeken in Albergue Suseia. Daar is plaats voor 12 personen. We worden allerhartelijkst ontvangen door Sara. Zij kookt ook voor de gasten en vanaf 19:30 kunnen we aan een grote tafel. Het eten is bijzonder lekker en het is ook weer gezellig. John is er ook, we praten met Pernille (uit Denemarken, die in september start met een kunstopleiding in Kopenhagen) en Sam uit de VS die net klaar is met haar studie. Sam hadden we al onderweg al een paar keer gezien en die had het bijzonder zwaar. Er was ook sprake van een zeer lange afdaling over een bijzonder moeilijk pad. Voor Sam was het bijzonder sneu omdat ze met een vriend(in) zou gaan lopen, maar een paar dagen voor hun vertrek bleek deze Corona te hebben. Gelukkig kwam over een aantal weken haar vader over die een weekje met haar zou meelopen.



Om 8:00 uur vertrekken we naar Pamplona nadat we bij de lokale slager (tevens restaurant en verkoop van een beperkt aantal levensmiddelen) onze lunch hebben gekocht. Het is inmiddels een stuk kouder geworden (ca 14 graden) maar dat is prima. Onderweg zien we Marjolein (ook al een paar keer eerder gezien en gesproken) opeens stil staan en nogal ontdaan om zich heen kijken. Ze is in Januari in Nederland vertrokken. We vragen wat er is. Ze blijkt haar telefoon kwijt te zijn en vermoedt dat ze die bij haar vorige stop heeft laten liggen. Voor iemand die in haar eentje de camino loopt is het kwijt raken van je telefoon natuurlijk een ramp Ze vraagt of ze met onze telefoon naar haar eigen telefoon mag bellen. Er wordt opgenomen en ze kan zowaar in het Nederlands overleggen over hoe het nu verder moet. Gaande het gesprek komen de emoties bovendrijven en barst ze in tranen uit. Gelukkig was de telefoon door iemand gevonden die kon zien dat het waarschijnlijk om een Nederlander ging. Hij vroeg dus om zich heen wie er Nederlands sprak, en dat was Dimphy (hoe toevallig). Zo heeft iedereen zijn eigen diepte- en hoogtepunten. Ons “dieptepunt” was dat Ineke per ongeluk haar bril in de caravan had gelaten op onze 4-daagse. Ze draagt lenzen, maar een bril is voor haar belangrijk voor ’s nachts en als backup. Als je op een vreemd adres in het halfdonker naar de wc moet dan is het wel fijn als je nog wat kunt zien. Gelukkig was het allemaal goed te doen, behalve toen ze in de hokjes met stapelbedden een gangetje te vroeg in een bed wilde ploffen. Daar lag al een  Spanjaard die gelukkig op tijd “no, no” zei. Dat was dan wel weer hilarisch.

Begin van de middag komen we aan in Pamplona. Onze fietsen staan nog netjes geparkeerd naast het busstation. We zij klaar voor dit jaar, we hebben Pamplona gehaald !

op de Puente Magdalena, waar je Pamplona binnenkomt
bij de Porte Frances


De volgende dag gaan we nog even kort naar Pamplona om nog wat na te genieten en wat cultuur op te doen. We komen daar Bernd en zijn vrouw weer tegen die besloten hebben om een extra dagje in Pamplona te blijven om een beetje bij te kunnen komen van de wandel-inspanningen. We lunchen met tapas op een terras op het grote plein. Als laatste lopen we nog even het straatje af waar met Sant Fermin de stieren worden losgelaten.

een vrolijke noot op het stieren-straatje


Al met al was het een mooie wandel-periode met een grote overgang van het stille Frankrijk naar de drukte op het Spaanse deel. Leuk dat we in Spanje zijn!

Voor de terugweg hebben we een luisterboek van Arthur Japin gekocht. Kijken of dat meer kan boeien.