vrijdag 26 mei 2023

Week 22-25, van Pamplona naar Sahagun (15d - 350 km, totaal 1.999 km)

 

Voorbereidingen

Het plan voor 2023 is om in de maand mei een afstand te lopen van 354 km in 15 wandeldagen. We hebben vanaf 1 mei tot en met 25 mei. Omdat we weer op tijd terug willen zijn voor de Wegener-bbq die gepland staat voor 27 mei, is er een beperking van het aantal dagen. Maar met deze planning kunnen we in 2024 Santiago bereiken.

Op 1 mei vertrekken we, de totale afstand naar onze eerste verblijfplaats is ruim 1.600 km, dus het gaat wel 3 reisdagen kosten. Op dag 1 vertrekken we wat vroeger dan normaal omdat we dan een flink eind willen komen, en de eindbestemming wordt  een klein plaatsje onder Orleans (820 km). De volgende dag gaan we nog 600 km verder en eindigen dan net voor de Spaanse grens. Dan blijft er nog 175 km over voor de laatste dag.

In Nederland had de auto-navigatie al kuren, door soms volstrekt onlogische afslagen voor te stellen, en in de buurt van San Sebastian komen we hopeloos vast te zitten op een smal weggetje, midden in een buitengebied van de stad. Na een moeilijke manoeuvre achteruit (gelukkig is er geen ander verkeer) besluiten we om alleen nog op de verkeersborden te rijden. Na wat omzwervingen komen we gelukkig op de doorgaande route naar Pamplona, en vandaar is het niet moeilijk meer. Bij controle blijkt de navigatie-voorkeur “vermijd tunnels” aan te staan. Dat verklaart een hoop.

We hebben voor deze camino-periode afgesproken dat Jan en Froukje met ons meelopen, zodat we deze periode met zijn vieren zijn. Een paar uur na onze aankomst op de camping net voorbij Estella komen ook zij aanrijden. Een gezellig weerzien.

 

Dag 1, donderdag 4 mei: van Pamplona naar Uterga (16,9 km)

We gaan met de auto naar Legarda (een klein plaatsje vlakbij de eindbestemming Uterga) en van daaruit met de bus naar Pamplona. De busrit eindigt, net als bij ons vertrek vorig jaar, in het ondergrondse busstation. Daarna lopen we 1,5 km naar het Camino-centrum Ultreia, midden in Pamplona. Jan en Froukje kopen daar een credenciel (camino-paspoort) zodat zij ook gebruik kunnen maken van de camino-onderkomens. Als we Pamplona bijna uit zijn verlies ik mijn evenwicht bij het afstappen van een stoepje omdat ik teveel "in gesprek" ben. Ik val languit op de straat. De schrik is groot vanwege de schaafwonden op knie, arm en schouder, maar vooral omdat ik met mijn hoofd hard op de grond ben geklapt. Mijn rechteroog is binnen de kortste keren helemaal paars, en neus en bovenlip zitten onder het bloed.

Na de verzorging door Ineke en enigszins bekomen van de schrik, is mijn conclusie dat ik wel gewoon door kan gaan met de wandeling van die dag. Ik loop een tijdje samen op met Ineke om weer een vaste tred te krijgen en om te kijken of de zwelling niet teveel het rechteroog dichtknijpt, maar het wandelen is goed te doen. Het is een mooie wandeling naar Uterga, met nog wel een zo’n 400 meter klimmen en met ca 28 graden is het dan behoorlijk warm. We gaan de pas Alto del Perdon over op 771 m waar een monument herinnert aan een groep slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog.

beelden van pelgrims op de Alto de Perdon

 


Dag 2, vrijdag 5 mei: van Uterga naar Lorca (20,0 km)

Omdat de andere Jan een dagje nodig heeft om bij te komen kan hij ons met de auto naar het beginpunt brengen, en later weer ophalen in Lorca. We lopen door het mooie stadje Puente La Reina, dat zo is genoemd omdat in de 12 eeuw stadsrechten werden verleend aan het stadje bij een mooie brug (puente). Die brug was, volgens overlevering, op verzoek van een koningin (reina) gebouwd op een plek waar toen al een druk pelgrimsverkeer was. Op dit punt komt de route via de Pyreneeen ook bij de Camino Frances. We zien een aantal andere lopers van de eerste wandeldag terug. Ze komen uit Zuid Afrika en Australie en vragen hoe dat donkerpaarse oog zo gekomen is.

 

op weg naar Maneru
                                                                    

Dag 3, zaterdag 6 mei: van Lorca naar Azqueta (16,8 km)

Jan is inmiddels wat uitgerust en gaat weer mee. We zetten 1 auto in Azqueta, dat is iets voorbij Ayequi (vlakbij Estella), waar onze camping is. De camping is voor het weekend wat meer gevuld en op zaterdag wordt er door de campinggasten flink gebarbecued op de centrale BBQ-plaats. Het ziet er gezellig uit met lange tafels waaraan vriendengroepen of families zitten te praten en de kinderen tot ’s avonds heel laat nog met elkaar buiten spelen. Jan en Froukje krijgen hun vriend Pacho uit Zaragossa op bezoek. Hij voegt zich in Estella bij ons en loopt mee naar het eindpunt. We lopen langs de camping, maar vlak daarvoor worden we gewezen op de Bodega de Iratxe waar de camino-gangers zelf een wijntje kunnen tappen. Ik vul ook mijn waterfles, en lees pas later de Spaanse tekst op het bordje dat ernaast hangt “neem zoveel water als je wilt voor de dorst en een slok wijn voor de versterking”. Ik probeer later nog een paar flessen te kopen, ter compensatie, maar de winkel blijkt maar beperkt open te zijn. De getapte wijn smaakt er niet minder om!

Froukje kookt die dag en met Pacho is het gezellig en hoor je over het leven in het huidige Spanje. Hij slaapt in een op de camping gehuurde cabin. Hij vertrekt de volgende dag weer, maar zet ons nog wel af bij het begin van de volgende etappe.

 

de route is goed gemarkeerd

               

Dag 4, zondag 7 mei: van Azqueta naar Torres del Rio (22,2 km)

In het oorspronkelijke schema stond er een overnachting onderweg gepland, maar we hebben besloten om terug te gaan naar de camping zodat er wat meer flexibiliteit is in de te lopen afstand. We zetten 1 auto in Torres del Rio en rijden dan naar het vertrekpunt. Het is een mooie route, vooral dalend, evenwijdig aan de A12 zonder dat je daar veel last van hebt. Overal langs de weg zijn er veel veldbloemen zoals klaprozen (Amapolla) , korenbloemen en paarse distels, en we komen door mooie plaatsjes als Los Arcos en Sansol. In het wijngebied Rioja staan natuurlijk veel wijngaarden, afgewisseld met graan- en koolzaadvelden.

 

in de grafkerk in Torres del Rio

 Dag 5, maandag 8 mei: van Torres del Rio naar Logrono (20,5 km)

In Logrono zetten we 1 auto in een parkeergarage en rijden naar het beginpunt. Logrono is een behoorlijke stad met 150.000 inwoners. We kijken op ons vertrekpunt eerst rond in de Iglesia del Santo Sepulcro, een grafkerk uit de 12e eeuw die wordt toegeschreven aan de orde van de Tempeliers. Het is een mooie kerk, met Moorse invloeden, qua bouwstijl. Een deel van de route lopen we op met een Nieuw Zeelandse en een Canadese. De laatste heeft toch vooral hotels geboekt, met het oog op privacy en comfort. Het laatste deel van de route bestaat voornamelijk uit het binnenlopen van de stad, en is dus minder sfeervol.

 

Dag 6, 7 en 8: van Logrono naar Ventosa (20,8km), naar Ciruena (25,4 km) en Belorada (29,3 km)

De vorige dag hebben zijn we verkast naar de stadscamping in het park bij Burgos. De camping loopt elke avond vol met campers en caravans, vooral Nederlanders. Een deel van de camping is gereserveerd voor een ANWB-kampeerreis. Jan en Froukje kiezen voor een cabin, omdat we toch ook 2 dagen onderweg slapen. Op deze camping blijven we 10 dagen.

Het eerste traject is dus 3 dagen, met slapen in camino-hostels. Dit betekent een extra zware rugzak met spullen voor onderweg, bovendien loopt de lengte van de etappes op. We gaan om  7:15 met de auto naar Belorado en nemen daar de bus van 8:15 naar Logrono waar we om 9:30 aankomen. We nemen eerst een koffie in een mooie koffietent. De temperatuur is inmiddels gedaald tot een maximum op de dag van 17 graden, maar de komende dagen gaat dat nog verder omlaag. Bij vertrek ’s morgens vroeg is het vaak ca. 5 graden. De eerste nacht slapen we in Ventosa en de gastvrouw vraagt of ik gevallen ben. Er blijkt iets eerder een Francaise aangekomen te zijn met 2 blauwe ogen, zij is ook gevallen. Even later ontmoeten we elkaar en lachen om de toevallige omstandigheid. 

aankomst in Ventosa


We eten een menu pelegrino bij het restaurantje. Voor 12,50 krijg je dan een menu dat vooral goed vult, met een kwart liter wijn per persoon en een ijsje toe. De salade smaakt goed. We delen de kamer met een Duitse mevrouw die vertelt dat ze de dag erop gaat overnachten op de zolder van de kerk in Santo Domingo de la Calzade, en daar ook de mis zal bijwonen. In deze kerk worden witte kippen gehouden die herinneren aan een legende uit de 12e eeuw. Een Duitse  jonge pelgrim was toen ter dood veroordeeld, maar stond nog levend op de schouders van Santo Domingo toen zijn ouders naar hem op zoek waren. Toen ze dit meldden aan de rechter zei deze dat de jongeman net zo dood was als de kippetjes op zijn bord. Hij was nog niet uitgesproken of de kippen kwamen luid kraaiend overeind.

De volgende dag overnachten we in Ciruena. Het is een gewoon woonhuis dat is omgebouwd tot Hostel. In Ciruena is sprake van een complete nieuwbouwwijk waarvan de overgrote deel van de huizen niet wordt bewoond. Kennelijk een foutje in de planning van de gemeente, het is een soort spookstadje. Bij binnenkomst moeten we als eerste de menukeuze voor ‘s avonds doorgeven en de ontvangst door madam is niet bijzonder hartelijk. Maar ’s avonds bij het uitserveren van de maaltijd is ze meer in haar element en valt ze nog wel een beetje mee. We hebben een kamer voor 4 personen die we konden boeken via booking.com. Later horen we dat het voor de camino-gangers bijzonder moeilijk is om voor ’s avonds een bed te reserveren. In St. Jean Pied de Port was gezegd dat het aanbod aan wandelaars wel 2 keer zo hoog ligt als vorig jaar.

Het eten is aan een grote tafel en dat is wel weer gezellig, al ben je afhankelijk van wie er naast je zit. We leggen met de ons omringende gasten 5 euro bij elkaar en kopen een fles wijn. Voor 10 uur naar bed want morgen om 6 uur gaat de wekker, en om 8 uur moet je het hostel verlaten hebben.

klaprozen in de graanvelden


Dag 3 is de tot dan toe langste etappe van ruim 29 km. We komen langs de beroemde kerk in St Domingo de la Calzada maar die is pas open vanaf 10 uur, we kunnen het kippenstalletje dus niet met eigen ogen zien. In Granon praten we nog even met een Nederlandse jongedame, die is vertrokken in Le Puy in Frankrijk. Ze is al meer dan 4 weken onderweg en gaat helemaal door naar Santiago. Ze vertelt dat ze in de zorg werkt, maar twijfel had of ze dat moest blijven doen. Toen haar baas dat in gaten had was zijn vraag wat ze nodig had om tot een goede beslissing te komen. Ook een verlof van 3 maanden was geen probleem, dus dat gaf haar nu de mogelijkheid om de camino te lopen. Brood voor de dag kopen we bij bakker Jesus in een piepklein winkeltje waar een oude baas ons helpt in de winkel. Hij is trots op het brood dat hij verkoopt. Om een uur of 5 zijn we in Belorado, daarna is het nog 50 min. in de auto naar Burgos. Onderweg kunnen we gelukkig nog de boodschappen doen voor het avondeten en zetten we snel de pannen op het kooktoestel.

 
We houden de volgende dag een snipperdag om een beetje bij te komen van deze 3-daagse. In de middag bezoeken we de Kathedraal in Burgos.  Voor een tientje entree (5 euro met je pelgrimspaspoort, maar dan moet je die wel bij je hebben) krijg je toegang tot een bijzondere kathedraal, qua architectuur maar ook qua de te bezichtigen kerkschatten. We genieten even na op een terrasje met uitzicht op de kathedraal.

rijk versierd altaar in de Kathedraal

               

Dag 9,  zaterdag 13 mei: van Belorado naar San Juan de Ortega (24,6 km)

We zetten 1 auto in San Juan de Ortega en rijden door naar het vertrekpunt. Het is weer tamelijk koud en onderweg moet enkele keren de regenjas en -broek aan. Na de lunch in Villafranca_Montes de Oca is er een 12 km lange wandeling door het bos met behoorlijke stijgingen. Een welkome afwisseling na het vele open landschap van de eerste dagen. San Juan de Ortega is een prachtig dorpje, genoemd naar de geestelijke met dezelfde naam (rond het jaar 1.100), die geldt als grote promotor van de Sint-Jacobsroute, naast Santo Domingo. San Juan ligt in de kerk begraven.

 

bij aankomst in San Juan de Ortega

                

Dag 10, zondag 14 mei: van S.J. de Ortega naar Burgos (27,7 km)

Jan en Froukje nemen een extra snipperdag, ook om een beetje op te laden voor de volgende 3-daagse met een openingsetappe van 31,6 km. Andere Jan brengt ons naar het beginpunt en dat is natuurlijk een luxe taxiservice. Het lijkt deze dag ook wat regenachtig te worden, maar uiteindelijk valt dat erg mee. De route gaat langzaam naar Burgos, we hebben al gekozen voor een alternatief traject dat het industriegebied een beetje mijdt. Gelukkig worden we door een jonge Oostenrijker en Oekrainse medewandelaar geattendeerd op het beginpunt van dit alternatieve stuk. We lopen om het vliegveld van Burgos heen en vervolgens door het park waarin ook onze camping ligt. We eindigen bij de kathedraal van Burgos en halen daar een stempel. We laten Jan weten dat hij ons kan ophalen in de parkeergarage waar we de vorige dag de auto neer hebben gezet.

 

Dag 11,12,13:  van Burgos naar Hontanas (31,6 km), naar Boadillo del Camino (28,7 km) en Carrion de los Condes (26,3 km)

De overnachtingen zijn al op de snipperdag geboekt, dus 4 dagen eerder. De beheerder van het tweede adres vond het maar niks dat we zo vroeg wilden reserveren, maar na enig aandringen bevestigde hij dat we een bed zouden hebben. Het woord “reserveren” wilde hij niet noemen, dat hoorde volgens hem niet bij het echte camino-gevoel..


Nadat we Burgos uit zijn lopen we de Meseta op, de hoogvlakte tussen Burgos en Leon. Het zijn nu nog vooral graanvelden, met af en toe wat wisselgewassen vol met mooie bloemen. De Meseta wordt gevreesd vanwege het klimaat, koud en winderig in de winter en snikheet in de zomer. Er is geen enkele bescherming tegen de zon. Het is er ook bijzonder leeg met een langgerekt heuvellandschap, maar door het bijzondere karakter heel erg mooi om door te lopen. 

even een pauze in de berm

       


Het aantal plaatsjes is erg beperkt, maar zo af en toe, nadat je de kam van een heuvel hebt bereikt, stuit je op een dorp dat in het volgende dal ligt. De wandeling is gelukkig niet erg moeilijk en na 9 uur lopen komen we aan in Hontanas. De knollen zijn dan wel op bij iedereen. 

onze Refugio voor die dag


Het is wel een hele mooie binnenkomst in een oud dorp dat er nog tamelijk authentiek uitziet. 

Hontanas

            

Het is dan inmiddels 5 uur en de dame van het Hostal laat ons schrikken door te beginnen met te zeggen dat we voor 4 uur binnen hadden moeten zijn. Gelukkig vraagt ze al snel om de paspoorten en schrijft ze ons in. Na de douche nemen we een biertje  en al snel kunnen we aanschuiven in de eetzaal waar in een hoog tempo de maaltijd wordt geserveerd. Er is nog wel een keuze in alle gangen van het menu en het is knap hoe “geolied” alles verloopt.

Met de bedden is het iets minder gesteld. Bij 1 stapelbed ontbreekt het trapje om naar het bovenste bed te klimmen. Uiteindelijk is er nog een hele lege kamer met 8 stapelbedden naast die van ons en daar gaan Jan en Froukje slapen. Maar om ’s nachts naar de wc te gaan moet je eerst naar buiten om naar de wc een verdieping lager te gaan. Ook dat lukt wel weer.

De 2e dag is het ook een lange etappe en het is nog fris met behoorlijk veel wind. Gelukkig is de wind vooral in de rug. We zijn om 4 uur in Boadillo del Camino en zoeken de Albergue op. Ook daar gaat het zeer gesmeerd. Een tamelijk groot hotel heeft grote ruimtes ingericht met bedden voor camino-gangers en er wordt eten geserveerd aan zo’n 100 gasten. Ook nu weer een keuze in de menu’s en een wijntje erbij. Op de grote slaapzaal met zo’n 25 bedden is het stil tegen 10 uur. De volgende ochtend slapen we door tot ca 6:30u!

altijd wel een ooievaarsnest op de kerktoren
                

De 3e dag is weliswaar de kortste van de driedaagse, maar toch ook nog 26 km. Het is iets minder koud. We kunnen in Fromista boodschappen doen voor de lunch, stokbroden een pakje Serrano-ham en wat plakjes kaas. En bananen en appels natuurlijk. Hoe lekker kan dat zijn in een greppeltje aan de rand van het veld. We eindigen in Carrion de los Condes. We moeten nog wachten op de bus (tot 17:40) en na enig navragen blijkt die te stoppen vlak voor het terras van Bar Espana. Bij navraag aan de dame achter de bar vraagt deze of we al buskaartjes hebben, en dat zij die voor ons kan boeken. We toepen nog een potje omdat we toch op de bus moeten wachten. Om 19:00 uur komen we aan in Burgos en lopen weer naar onze vaste plek in de parkeergarage. Het wordt weer een latertje met het avondeten.

De volgende dag verkassen wij naar Carrion de los Condes en Jan en Froukje gaan weer naar hun huis in Frankrijk. Het was heel bijzonder en bijzonder gezellig om deze editie voor het grootste deel samen op te trekken. In Carrion nemen we op zaterdag nog een extra snipperdag omdat we voor de terugreis na onze laatste etappe afhankelijk zijn van de bus en die gaat alleen op doordeweekse dagen. 

 

Dag 14 en 15, zondag 21 en maandag 22 mei: van Carrion de Los Condes naar Ledigos (23,3 km), naar Sahagun (16,4 km)

We kunnen vertrekken vanaf de camping. De route is weer tamelijk vlak, door de graanvelden. Voor een traject van ca. 12 km gaat deze over een romeinse heerweg (dus kaarsrecht) waarover in de oudheid al gewonnen goud werd vervoerd naar Bordeaux. De middagtemperatuur loopt alweer op tot ca 18 graden en het is het grootste deel van de dag zonnig. Voor de overnachting in Ledigos is een tweepersoonsbed geboekt in een kamer met 5 slaapplaatsen. Het blijkt een prachtige locatie te zijn met gedekte bedden, flesjes water, handdoeken, douchegel en shampoo. Het avondmenu is met 14,50 (zonder wijn) ook iets duurder, maar bijzonder goed voor elkaar. We eten gezellig met een aardige Amerikaanse en een Fransman die graag wat beter Engels had gesproken. De Amerikaanse vertelt dat ze elk jaar een maand vakantie neemt om in Europa te kunnen reizen. Ze heeft de camino al eerder gelopen. Ze is een zelfstandig architect maar Amerikaanse werknemers hebben meestal maar 2 weken vrij en worden geacht dan toch ook nog beschikbaar te zijn voor hun werk.

 

vergezichten op de Meseta tussen Burgos en Leon
                

De volgende dag lopen we gedeeltelijk langs de weg, maar deze is gelukkig niet erg druk. Aan het begin van de middag komen we aan in Sahagun. In Carrion hebben we op zaterdag bij dezelfde bar nog weer kaartjes gekocht bij de bar, en de man achter de tap had uitgelegd dat we bij het treinstation op de bus moesten stappen. Het was niet moeilijk om het treinstation te vinden, maar we moesten nog wachten tot 16:45 voordat de bus zou vertrekken. Een potje dubbelpatience in het bushokje hielp om de tijd te verdrijven.

aankomst in Sahagun

                

Al met al was het weer een hele mooie camino-periode. De uiteindelijke totaalafstand is 350 km geworden. Het was vooral droog (maar wel af en toe koud) weer. Bij ons vertrek naar huis vanaf de camping vertelde een Nederlandse caminofietser dat hij vooral veel regen had gehad onderweg door Frankrijk, en veel kou in de Pyreneeën, met onderkoelingsverschijnselen. Dat doet ons beseffen dat het ook heel anders kan.